Bij de keuze voor een basis voor deze compositie, was een keuze voor een belangrijke componist uit de muziekgeschiedenis snel gemaakt: ik koos voor niemand minder dan Johann Sebastian Bach met zijn koraal "Herr Jesu Christ, dich an uns wend". De titel "Mosaichoralmente" is een samenstelling van de Italiaanse termen "Mosaico" (mozaïek) en "Coralmente" (koraalachtig). Een "koralmozaïek" is daarom een passende vertaling van de compositie. De vijf eerste opzwellende stappen op de (dur-)toonladder waarmee het koraal in de melodie begint, vormen het muzikale uitgangspunt voor een fantasie voor blaasorkesten. Het stuk begint in de vorm van een chaconne, waarin het orkest vanuit een beginnende kamermuzikale bezetting uitgroeit tot een groots en majestueus tutti in maat 17. Het in het bereik van een tenor geplaatste thema in maat 23 is afkomstig uit het tweede deel van de koraal. Via een grootst uitgevoerde modulatie bereiken wij het in maat 37 beginnende allegretto grazioso. Het stuk is in de stijl van de tweestemmige inventies voor piano van Bach gecomponeerd – hier op basis van de vijf stijgende toonladderstappen van de moll-toonladder. Het daaropvolgende doppio movimento is de meest vrije bewerking van het thematische materiaal, dat in een zeer hoog basistempo op snelle wijze in mozaïekachtige fragmenten wordt verdeeld. Na de tussentijdse presentatie van het koraalthema in een stralend blazerdeel in maat 76 wordt op een ostinaat-ritmisch orgelpunt in de basinstrumenten voor een kort moment het harmonische koraalthema opengebroken. De muziek lijkt even "in het niets" uit te komen en het lijkt alsof zij "recht op een muur afraast". Een paukengeroffel leidt ons echter (voor het eerst) naar de volledige presentatie van het koraal in een groots uitgevoerde tutti in een klassiek Bach-koraaldeel.