Deze concertouverture werd besteld door de Feldmusik Baar in Unterageri, Zwitserland. Dit ééndelig werk heeft constant een krachtig en opgewekt tempo en is op drie contrasterende thema's gebouwd. De muziek evolueert (vandaar de titel) gestadig door het samenspel van de drie thema's, het ene onbezonnen en krachtig, het tweede opgewekt en zangerig, het derde lyrisch en bezinnend. De combinatie van, en de contrasten tussen deze drie motieven worden met alle middelen van het moderne blaasorkest behandeld, teneinde een schitterende textuur te bereiken.