Blaasorkesten in Midden-Europa musiceren sinds jaar en dag in kerken. Vaak zijn ze zelfs in de 19e eeuw als „orgelvervanging“ in het leven geroepen, vooral in de plattelandsgebieden. Bijgevolg moet met de speciale behoefte van het musiceren in de kerk nog steeds rekening worden gehouden. De componist Alfred Bösendorfer heeft drie bekende liederen uit de 17e eeuw gekozen en samengevoegd tot de diep gevoelige „Drei Meditationen“. De tekst van het lied „Wie soll ich Dich empfangen“ gaat terug tot Paul Gerhardt (1607-1676). De melodie wordt toegeschreven aan Melchior Teschner. De tweede wijs van de „Meditationen“, „Christus ist mein Leben ist mein Leben “ is ontleend aan de uitvaartmis SWV 279 van Heinrich Schütz (1585-1672). Het laatste werk dat hier in een voor blazers geschikte bewerking klinkt, „O, Du mein Trost und süßes Hoffen“ stamt van Johann Wolfgang Franck (1644-1690).
De zeer persoonlijke keuze en samenstelling van de componist Bösendorfer moet als een sympathieke uitbreiding van de „Musica sacra-Reihe“ van de muziekuitgeverij Rundel worden gezien.