Alfred Bösendorfer is altijd gefascineerd geweest door de eenzaamheid van de bergen. Vooral tijdens de kerstperiode heerst er een bijzondere sfeer in het Alpenland, waardoor iedereen van binnenuit blij en tevreden is. De fantasie “Weihnachten in den Bergen” (Kerstmis in de bergen) wordt gekenmerkt door Alpenklanken, zoals alpenhoornmotieven die de luisteraars meenemen op een reis naar de kerstachtige bergwereld. Een uitgebreide inleiding brengt ons in de juiste stemming voor de adventstijd als tijd van rust en bezinning. Lange, stabiele noten (pedaaltonen) in het midden- en lagere gedeelte vormen een solide basis voor een steeds levendiger en modulerende melodie. Na een korte terugkeer naar de rust weerklinkt het eerste kerstlied “Es wird scho glei dumpa” dat geleidelijk aan kracht wint. Een intermezzo (Echo der Berge) leidt naar “Heiligste Nacht” in 6/8 maat. Een zachte en ononderbroken cimbaalrol symboliseert de koude winterlucht in “Auf dem Berge, da wehet der Wind”, waarvan de melodie solistisch wordt gepresenteerd door de tenorhoorns. Een korte passage die Alfred Bösendorfer ‘quasi recitativo’ noemde, sluit het eerste deel van de compositie af en verwijst naar een bijzondere gebeurtenis die gaat komen. Na een paar maten in mineur wordt ineens duidelijk waar iedereen op heeft gewacht: in “Leise rieselt der Schnee” horen we de sneeuw zachtjes uit de lucht vallen en jong en oud betoveren. Een laatste overgang met alpenhoornachtige klanken leidt naar “Still, still, still” dat de fantasie “Weihnachten in den Bergen” tot een reflectief en delicaat einde brengt.
Fantasie op Alpine Christmas Carols voor harmonieorkest en opt. Koor (SATB / Duitse teksten).
Inhoud:
1. Introduction
2. Es wird scho glei dumpa (Es wird schon gleich dunkel)
3. Heiligste Nacht
4. Auf dem Berge, da wehet der Wind
5. Leise rieselt der Schnee
6. Still, still, still