Harmonie-orkest
Solo für Violoncello und Blasorchester
(Solo Euphonium opt.)
Info
Hoewel Bruchs oeuvre omvangrijk en betekenisvol is, kent de moderne luisteraar tegenwoordig eigenlijk alleen nog zijn Vioolconcert nr. 1, dat tot het standaardrepertoire van alle violisten behoort. Het overweldigende succes van dit werk bracht een aantal vooraanstaande cellisten ertoe herhaaldelijk ook om een celloconcert te eisen.
Het was het hartstochtelijke cellospel van Bruchs vriend Robert Hausmann dat hem uiteindelijk inspireerde om in 1880 zijn “Kol Nidrei” voor cello en orkest te schrijven. Bruch zelf schreef over dit werk: “Dit stuk is een kleine tegenhanger van mijn “Schotse Fantasie” omdat , net als in dat werk wordt een bepaalde melodische bron op artistieke wijze uitgebreid.”
Het werk is gebaseerd op twee Hebreeuwse melodieën die het een elegisch en hymne-achtig karakter geven. In het eerste deel maakt Bruch gebruik van een oud verzoeningslied dat wordt gezongen aan het begin van het belangrijkste Joodse feest, Jom Kipoer. Als tweede thema gebruikt hij het Engels-Joodse lied “Oh Weep For Those that Wept on Babel’s Stream”, dat hij vermoedelijk in de Joodse gemeenschap leerde tijdens zijn verblijf in Liverpool. Bruch schreef “Kol Nidrei” in vijf arrangementen voor verschillende ensembles, wat de ongebruikelijke populariteit van het stuk aantoont.
De warme, donkere klank van de cello weerspiegelt op prachtige wijze de uiterst plechtige, treurige en jubelende liederen van de synagoge. Het toont de pathos en de nederigheid in de gebeden van de Joodse gemeenschap.
In de bewerking voor cello (opt. euphonium) en harmonieorkest van Siegmund Goldhammer vormt dit werk een schitterende aanvulling op de symfonische blaasliteratuur.