Kol Nidrei - MVSR2517 | Muziek

StartpaginaMuziekKol Nidrei - MVSR2517

Harmonie-orkest

Kol Nidrei

Solo für Violoncello und Blasorchester

(Solo Euphonium opt.)

Kol Nidrei

Harmonie-orkest

Kol Nidrei

Solo für Violoncello und Blasorchester

(Solo Euphonium opt.)

Componist

Duur
00:11:32

Moeilijkheidsgraad
Höchststufe

Uitgeverij
Rundel

Formaat
A4

Omvang
Partituur + Partijen

Editienummer
MVSR2517

Jaar van Publicatie
2024 / 2006

Horen
Lezen
Horen & Lezen
YouTube
Verlanglijstje
Afdrukken
Aanbevelen

Info

Hoewel Bruchs oeuvre omvangrijk en betekenisvol is, kent de moderne luisteraar tegenwoordig eigenlijk alleen nog zijn Vioolconcert nr. 1, dat tot het standaardrepertoire van alle violisten behoort. Het overweldigende succes van dit werk bracht een aantal vooraanstaande cellisten ertoe herhaaldelijk ook om een celloconcert te eisen.

Het was het hartstochtelijke cellospel van Bruchs vriend Robert Hausmann dat hem uiteindelijk inspireerde om in 1880 zijn “Kol Nidrei” voor cello en orkest te schrijven. Bruch zelf schreef over dit werk: “Dit stuk is een kleine tegenhanger van mijn “Schotse Fantasie” omdat , net als in dat werk wordt een bepaalde melodische bron op artistieke wijze uitgebreid.”

Het werk is gebaseerd op twee Hebreeuwse melodieën die het een elegisch en hymne-achtig karakter geven. In het eerste deel maakt Bruch gebruik van een oud verzoeningslied dat wordt gezongen aan het begin van het belangrijkste Joodse feest, Jom Kipoer. Als tweede thema gebruikt hij het Engels-Joodse lied “Oh Weep For Those that Wept on Babel’s Stream”, dat hij vermoedelijk in de Joodse gemeenschap leerde tijdens zijn verblijf in Liverpool. Bruch schreef “Kol Nidrei” in vijf arrangementen voor verschillende ensembles, wat de ongebruikelijke populariteit van het stuk aantoont.

De warme, donkere klank van de cello weerspiegelt op prachtige wijze de uiterst plechtige, treurige en jubelende liederen van de synagoge. Het toont de pathos en de nederigheid in de gebeden van de Joodse gemeenschap.

In de bewerking voor cello (opt. euphonium) en harmonieorkest van Siegmund Goldhammer vormt dit werk een schitterende aanvulling op de symfonische blaasliteratuur.

Sleutelwoorden

Arrangement / Transcriptie

Begrafenismuziek

Cello

Duitse componisten

Euphonium / Baritoon

Gevoel / Emotie

gevoelvol

Harp

Israël

Jodendom / Joods / Jiddisch

Klassieke / Orkestrale transcripties

Klassieke muziek

NIEUW herzien

Rouw / Dood / Sterven

Rouwplechtigheid

RUNDEL YouTube Kanal

Solo

symfonisch

Luister en lees vanaf het Rundel YouTube-kanaal

RUNDEL VIDEO

Kol Nidrei

Notes available at:
https://www.rundel.de/nl/

Solo für Violoncello und Blasorchester
(Solo Euphonium opt.)

Hoewel Bruchs oeuvre omvangrijk en betekenisvol is, kent de moderne luisteraar tegenwoordig eigenlijk alleen nog zijn Vioolconcert nr. 1, dat tot het standaardrepertoire van alle violisten behoort. Het overweldigende succes van dit werk bracht een aantal vooraanstaande cellisten ertoe herhaaldelijk ook om een celloconcert te eisen.

Het was het hartstochtelijke cellospel van Bruchs vriend Robert Hausmann dat hem uiteindelijk inspireerde om in 1880 zijn “Kol Nidrei” voor cello en orkest te schrijven. Bruch zelf schreef over dit werk: “Dit stuk is een kleine tegenhanger van mijn “Schotse Fantasie” omdat , net als in dat werk wordt een bepaalde melodische bron op artistieke wijze uitgebreid.”

Het werk is gebaseerd op twee Hebreeuwse melodieën...

Onze Aanbeveling

Sinfonische Bläsermusik Vol.2

Sinfonische Bläsermusik Vol.2

Kaddish

Kaddish

Threnody

Threnody

Andere titels vanMax Bruch / Siegmund Goldhammer


Kaleidollage (Album 129)

Kaleidollage (Album 129)

Entrée Rhythmique

Entrée Rhythmique

Orpheus in der Unterwelt

Orpheus in der Unterwelt

Wendepunkte 1-9-8-9

Wendepunkte 1-9-8-9

Sei uns gegrüßt

Sei uns gegrüßt

Andere titels van het genreClassic / Solo for Cello / Classical Transcription / Solo


Angelo del Cielo

Angelo del Cielo

Tramonto

Tramonto

Casanova

Casanova

Konzertstück Nr. 2 op. 114

Konzertstück Nr. 2 op. 114

Konzertstück Nr. 1 op. 113

Konzertstück Nr. 1 op. 113