De „Mazury Rhapsody“ is een Poolse rapsodie van Alfred Bösendorfer. Het begint met een polonaise, de nationale dans van Polen. Een sentimenteel vioolthema gaat over in een rubato-dans. Daarna verandert het karakter van de muziek en manifesteert zich nu in de vorm van een vurige galop van de Woiwode-ruiters. Het sluit aan bij een elegante mazurka, die overigens ook bijdroeg aan de naam van de rapsodie. In de verte is klokkengelui en gezang te horen: een volkslied wordt aangeheven. Nog één keer komen de Woiwode-ruiters aanstormen, voordat het werk met de polonaise-klanken van de inleiding wordt beëindigd.
Enerzijds zou het niet moeten verbazen dat de rapsodie overeenkomsten vertoont met de muziek van Johann Strauss II. Anderzijds wordt deze echter bepaald door de traditionele nationale dansen van Polen - de mazurka, de polka, de polka-mazurka of de polonaise. Juist deze dansen vormen voor de componist een wezenlijke inspiratiebron. Immers, het ging er bij de „Mazury Rhapsoy“ èn bij vergelijkbare werken vooral om het wezen en de aard van verschillende volken en landen muzikaal uit te beelden.