Harmonie-orkest
2. Satz aus der Sinfonie Nr. 1
Ludwig van Beethoven
Info
De première van de "Eerste symfonie" (geschreven in 1799/1800) vond plaats in Wenen op 2 april 1800, onder leiding van de componist zelf. Ondanks dat het woord in bepaalde opzichten doet denken aan Haydn en Mozart, zijn er duidelijk zeer persoonlijke kenmerken van Beethoven. Het tweede deel (oorspronkelijke toonsoort F majeur) is een anker tussen het nogal pittige eerste deel en het Menuett, dat eerder een Scherzo is.
Formeel gezien is ANDANTE CANTABILE een sonatedeel, waarvan het tweede (overigens contrasterende!) thema – bij (1) – waarschijnlijk omschreven kan worden als een wijziging van het eerste. Beethoven creëert afwisseling en spanning binnen het personage, dat eigenlijk songachtig is, door kleine sleutelpartijen en vooral door de nadruk op gestippelde ritmes. In de korte ontwikkeling – na de dubbele lijn – bereikt hij al snel een zeer verre toonsoort. De recapitulatie - uit (5) - verschilt van de uiteenzetting door de toevoeging van een bewegende tegenstem in zestienden aan het eerste thema, opnieuw een indicatie van het variatiekarakter dat over de sonatevorm heen ligt. In de coda - 10 maten na (9) - verschijnt het hoofdthema voor het eerst in de gebruikelijke 8-matenvorm. Door het hele stuk heen werd het gepresenteerd in een versie gecomprimeerd tot 6 of 7 maten.